Cisco NAS200 User Manual Page 28

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 38
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 27
Hoofdstuk 3
Geavanceerde configuratie
24
Netwerkopslagsysteem met 2 behuizingen
S.M.A.R.T.
S.M.A.R.T. (Self-Monitoring Analysis and Reporting
Technology) kan u waarschuwen voor dreigende
problemen met het station voordat het station uitvalt.
Disk 1-2, LVM, RAID 1, or RAID 0 (Schijf 1-2, LVM,
RAID 1 of RAID 0) De S.M.A.R.T.-status van het station
wordt weergegeven. Klik op Test Now (Nu testen) om de
S.M.A.R.T.-controle te starten.
Standby (Stand-by)
Het station schakelt of de stations schakelen over naar de
stand-bymodus als de opgegeven periode zonder activiteit
is verstreken. Tijdens de stand-bymodus gebruikt het
netwerkopslagsysteem minder energie en geeft het minder
warmte af. Als de ventilator is uitgeschakeld, wordt ook het
geluid verminderd.
Set Hard Disk to Standby Mode after (Vaste schijf instellen
op stand-bymodus na) Gebruik de standaard Idle 30 minutes
(30 minuten inactief) als u wilt dat de periode zonder activiteit
30 minuten is. Selecteer Idle 10 minutes (10 minuten inactief)
als u wilt dat de periode zonder activiteit 10 minuten is.
Power off the fan after All Hard Drives are in Standby
Mode (De ventilator uitschakelen als alle vaste schijven
zich in de stand-bymodus bevinden) De ventilator van het
netwerkopslagsysteem wordt uitgeschakeld als het station
of de stations een periode inactief zijn. Gebruik de standaard
20 Minutes (20 minuten) als u wilt dat de ventilator na
20 minuten van inactiviteit wordt uitgeschakeld. Selecteer
40 Minutes (40 minuten) als u wilt dat de ventilator na
40 minuten van inactiviteit wordt uitgeschakeld. Selecteer
40 Minutes (40 minuten) als u wilt dat de ventilator na
40 minuten van inactiviteit wordt uitgeschakeld. Selecteer
Never (Nooit) als u wilt dat de ventilator altijd is ingeschakeld
zolang het netwerkopslagsysteem is ingeschakeld.
Opmerking: tijdens de stand-bymodus
worden de vaste schijf of vaste schijven en
de ventilator mogelijk geactiveerd voor een
capaciteitscontrole of andere netwerkactiviteit.
Als er geen activiteit meer is, keren de vaste schijf
of vaste schijven terug naar de stand-bymodus.
Vervolgens wordt de ventilator gestopt.
Disk Full (Schijf vol)
Als de capaciteit van het station bijna volledig is benut,
registreert het netwerkopslagsysteem dit en verzendt het een
waarschuwing via e-mail.
Send E-Mail Alert when Disk Available Capacity is Less
than (Waarschuwing via e-mail verzenden als beschikbare
schijfcapaciteit minder is dan) Gebruik de standaard 2%
als u een waarschuwing wilt ontvangen als minder dan 2%
van de totale schijfcapaciteit beschikbaar is. Selecteer 2GB
als u een waarschuwing wilt ontvangen als minder dan
2 GB beschikbaar is. Selecteer 5GB als u een waarschuwing
wilt ontvangen als minder dan 5 GB beschikbaar is. (Als u
klaar bent met het aanbrengen van wijzingen in het Disk
Utility (Schijfhulpprogramma), klikt u op System Options
(Systeemopties) om een e-mailadres of e-mailadressen in te
voeren in het gedeelte E-Mail Alert (Waarschuwing via e-mail).)
Klik op Save (Opslaan) om uw wijzigingen op te slaan of klik op
Cancel (Annuleren) om alle wijzigingen te wissen. (Als u klikt op
Cancel (Annuleren) heeft dat geen invloed op bewerkingen die
op dat moment worden uitgevoerd, waaronder het formatteren
van stations en het uitvoeren van het ScanDisk-programma en
de S.M.A.R.T.-controle.)
Klik op Disk Log (Schijflogboek) als u een lijst met schijfactiviteiten
wilt weergeven, waaronder Scandisk- en S.M.A.R.T.-resultaten.
Het scherm Disk Log (Schijflogboek) wordt weergegeven.
Disk Log (Schijflogboek)
Klik op Refresh (Vernieuwen) als u de gegevens in het
scherm wilt vernieuwen. Klik op Close (Sluiten) om dit
scherm af te sluiten.
Disk Configuration (Schijfconfiguratie)
Gebruik dit scherm als u de configuratie wilt wijzigen
van het geïnstalleerde station of de geïnstalleerde
stations die voor het eerst zijn geconfigureerd met de
installatiewizard. Als u de configuratie wijzigt, moet het
station of de stations opnieuw worden geformatteerd;
zorg ervoor dat u van alle gegevens op het station of de
stations een reservekopie maakt voordat het station of de
stations opnieuw worden geformatteerd.
Administration > Disk Configuration (Administratie > Schijfconfiguratie)
Volume Mode (Volumemodus)
Selecteer de gewenste configuratie voor het gebruik van
uw schijfstations.
Waarschuwing: voordat u een station of
stations formatteert, maakt u een kopie van
reeds bestaande gegevens omdat alle gegevens
op uw station of stations worden gewist als
deze stations worden geformatteerd.
Maximum Storage (Maximale opslag)
Separate Disks (Aparte schijven) Schijf 1 en schijf 2
werken apart.
Page view 27
1 2 ... 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 ... 37 38

Comments to this Manuals

No comments